Column: Nee, nee en nog eens nee

17 dec 2021, 17:29 onderwijspersoneel
053 illustratie column martijn schraven jca scaled
Er is een tijd dat ik er vanuit ging dat de beruchte ‘nee-fase’, een schromelijk overdreven fenomeen was. Uiteraard hebben zowel Lizzy als Laura hun momenten gekend waarin ze de hakjes danig in het zand konden steken, maar al met al viel het reuze mee.
En toen werd Leon twee. Inmiddels weet ik beter. Omdat ‘de nee-fase’ wel erg generalistisch is, heb ik getracht een overzicht te maken van de verschillende types nee die ik zo door de bank genomen op een dag tegenkom.
De ik-lieg-dat-ik-barst-nee
Simpel uitgelegd aan de hand van een voorbeeld: heb jij in de broek gepoept? ‘Nee.’ En dat terwijl meneer wijdbeens door de kamer loopt en een uur in de wind stinkt. In een andere situatie zit mijn kleine Pinokkio met de chocolade nog rond de mond te midden van stukjes zilverfolie en ontkent hij ten stelligste een choco-kerstman uit de kerstboom gehaald te hebben. Zou hij al taalvaardig genoeg zijn, dan had deze nee ook vervangen kunnen worden door ‘Ik heb daar geen actieve herinnering aan’.
De vergis-nee.
Dit is de allerleukste. De vergis-nee treedt op wanneer de stemming kleuterpuberaal is, maar het aangebodene eigenlijk te aantrekkelijk om af te slaan. Als opvoeder is dit ook de gemakkelijkste nee om te pareren. De vraag ‘Wil je een mandarijntje?’ (Leon is dol op mandarijnen) wordt op de automatische piloot met ‘nee’ beantwoord. Maar wanneer ik dan zeg ‘oké, dan niet’, komt de kleine dwarsdenker schoorvoetend op zijn eerdere antwoord terug. ,,Ik wil wél een mandarijntje”.
De hysterische-nee
Dit is de nee waarbij ik soms bang ben dat de buren al met de telefoon in de hand staan om politie, brandweer en ggz te bellen. Gelukkig geen dagelijkse nee. Deze variant doet zich vaak in de avond voor en klinkt ongeveer alsof ik mijn zoon middeleeuws onderhanden neem met duimschroef en beenklem. Terwijl ik in werkelijkheid vooral probeer een pyjama aan te krijgen of om een pamper te verwisselen.
De uitdagende nee
Nee als spelletje. Dit is de mooiste nee. Vooral vanwege de blik die erbij hoort. Ondeugend, uitdagend. Hij wéét dat nee niet het gewenste antwoord is, maar anticipeert erop dat hem bij dit antwoord een kietelaanval wacht. En als die dan komt, dan is het ‘neej-neej-neej’ tussen het schateren door, om wanneer ik stop nog eens de aanvankelijke nee te herhalen.
De nee-je-kunt-me-het-dak-op
Vaak te horen vlak nadat ik niet akkoord ben gegaan met het een of ander. Bijvoorbeeld dat hij (nog) geen banaan krijgt. Daarna is alles pet. Nee, ik ga niet spelen. Nee, ik ga niet op de bank zitten, nee ik wil geen tv kijken, nee ik ruim niet op, nee ik ben niet boos, nee ik wil ook niet met de puzzel. Nee, nee en nog eens nee. Het is een zeer persistente nee die pas wordt opgeheven als meneer vergeten is dat hij nee aan het zeggen was.
De catch-22 nee
De onmogelijke keuze-nee. Dus wanneer mijn oogappeltje én geen koude handen wil én geen handschoenen wil hebben. Een impasse die geen enkele gunstige uitkomst biedt. Vaak, maar niet uitsluitend, een situatie die zich voordoet in geval van haast. Bijvoorbeeld omdat de meiden uit school moeten of omdat ik snel nog even naar de winkel wil.
Ben-benieuwd-naar-het-aantal-opties-nee
Meer nonchalant en minder emotioneel dan de nee-je-kunt-me-het-dak-op. Het is een informele wijze van het doornemen van verschillende mogelijkheden. Te gebruiken bij de keuze voor een geschikt tv-programma. Wil je Peppa kijken? Nee. TikTak zien dan? Nee. Bing? Nee. Bumba (geintje, dat zou ik ‘m nooit voorstellen). Paw Patrol? Nee. Gaan we Buurman & Buurman kijken? Nee. Enzovoort. In dezelfde trant som ik met regelmaat al het beschikbare het broodbeleg op.
Tegen beter weten in nee
Doodmoe is ‘ie. Knalrode konen, ogen op half zeven. Woefie in de armen geklemd ligt meneer op de bank. Nou ja, op de bank. Hij zit op de grond en hangt tegen de bank aan. Het was een intensieve dag. Vol met spelen, bouwen, tv-kijken en heel veel nee zeggen in diverse hoedanigheden. Nu is de batterij leeg. ,,Zal papa je naar bed brengen?” ,,Nee”, in het dunst mogelijke stemmetje. ,,Ikke ben nog niet moe.” Het is een nee die hij nauwelijks kan waarmaken. Een nee voor de vorm want hij laat zich met alle plezier oppakken om naar bed te brengen.
Tekst: Martijn Schraven
Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs