We zijn dus bezig met een make-over van de meidenkamer. Nieuw behang, nieuwe verflaag en de oude bedden maken plaats voor een stapelbed. Een Ikea-stapelbed.
Het vorige grote project in huis betrof de vervanging van de oude, open wenteltrap voor een gesloten houten variant. Dat was best een klus. Niet alleen omdat je zo’n gietijzeren gevaarte weg moet halen, maar ook omdat de vorige bewoners een ongezonde voorliefde voor schrootjes hadden. Zij leefden duidelijk volgens het principe: ‘een muur zonder schrootje is als een rusthuis zonder grootje’.
Slopen gaat me gelukkig prima af. Met Patricia – op dat moment behoorlijk zwanger van de tweeling - en de meiden op een nabijgelegen camping kon ik thuis ongestoord vooruit. Zo’n nieuwe trap plaatsen doet een bedrijf binnen een dag. Het werk er omheen nam iets meer tijd in beslag. Voor het stucen en schilderen had ik gelukkig iemand. Ik heb een gruwelijke hekel aan texen. Het letterlijke sluitstuk van deze mini-verbouwing vormden de twee nieuwe deuren in de woonkamer.
De stompe deur heb ik laten plaatsen door iemand die dit kan. De opdekdeur zou ik zelf wel even doen. Prachtige deur gehaald bij de bouwmarkt, juiste scharnieren erbij en aan de slag. Nou ja, aan de slag. Al snel concludeer ik dat de nieuwe scharnieren met geen mogelijkheid te gebruiken zullen zijn. Geen nood, de oude scharnieren hebben we nog en na wat gepruts – toegegeven, met hier daar een binnensmondse vloek – lukt het me om de deur op te hangen. ,,Ziezo”, zeg ik met een veel te zelfvoldane toon en een air van: kijk mij even hier de kluspapa zijn. Patricia kijkt op van haar telefoon en knikt. Misschien denkend aan hoe het zou zijn om getrouwd te zijn met een man die daadwerkelijk handig is in en om het huis.
Overdreven tevreden met mezelf geef ik de deur een zwaai. Zacht zwiepend valt deze prachtig in de deurpost. Terugdenkend geloof ik dat ik me in die allerlaatste halve tiende van een seconde voor de deur de deurstijl raakt, realiseer dat ik wel het binnen-beslag geplaatst heb, maar nog niet de gaten voor de klink geboord heb. Plof. De deur is dicht, en dat zal hij ook blijven ook. Lang verhaal kort: een telefoontje naar de bouwmarkt, een gênant gesprek én een bouwmarktmedewerker die met een rolmeter naar een vergelijkbare deur loopt om op te meten op welke hoogte het gat exact moet komen verder, kan ik mijzelf en mijn gezin uit de woonkamer bevrijden.
Zo’n beginnersfout zal me bij een simpel Ikea-bouwpakketje niet gaan gebeuren. Voor ik begin met schroeven voer ik meer controles en dubbelchecks uit dan bij een gemiddelde raketlancering. Pas als ik me er achtentwintig keer van vergewist heb dat ik het juiste plankje en het juiste schroefje via het absoluut correcte gaatje ga bevestigen, zet ik ze vast. Stap voor stap, schroef voor schroef, een stapelbed is net een groot lego-pakket. Haastige spoed is zelden goed. Keurig de tekeningen volgend, krijgt het bed meer en meer vorm. Met nog drie plaatjes te gaan, staat er ineens een pijltje dat aangeeft dat ik het bed in z’n geheel moet omdraaien. Net als bij die deur, blijkt dat mijn hersenen in sommige gevallen razendsnel kunnen werken, óók rondom technische zaken. Stante pede realiseer ik me dat de lengte en hoogte van het bed het onmogelijk maken om de bedoelde draai te halen. Daarvoor is de slaapkamer te smal en te laag. Gevoelsmatig zitten er zo’n 986 schroefjes in een Ikea-stapelbed. Iets meer dan de helft daarvan moesten ‘even’ eruit geschroefd worden om daarna weer opnieuw bevestigd te worden. Ik bracht de meiden en de tweeling om half acht naar bed, met z’n allen op de kamer van Leon en Julia. Iets na enen ’s nachts leg ik de matrassen bij wijze van finishing touch in het stapelbed.
Kinderkamer gedaan, in april volgen de zolder, de badkamer, de overloop, de woonkamer, het toilet en de keuken. 2022 belooft een memorabel jaar te worden.
Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs