En toen werd het ineens toch nog carnaval. Terwijl begin januari alle seinen nog op rood stonden. Sneller dan iedereen gedacht had, bleek versoepeling op versoepeling mogelijk binnen het coronabeleid.
Mede vanwege de late aankondiging van het feest, moest ik redelijk op het laatste moment nog op zoek naar een geschikte outfit. Want ook al hadden we besloten slechts beperkt te gaan, je wilt wel een beetje gekleed voor de dag komen. Ook voor de meiden moest er iets nieuws komen. En tja, wat is er nou leuker dan twee peuters in een pêkske?
We hebben alleen geen tijd meer om een moment te kiezen om met z’n allen te gaan. Ik ga dus snel even alleen. Voor mezelf sprokkel ik een hippiekostuum bij elkaar. Het oorspronkelijke idee: we gaan een nieuwe summer of love in, vol knuffelen en elkaar eindelijk weer vrijelijk en mondkapjesloos toe kunnen lachen. Wist ik veel dat het een voorjaar zou worden waarin de roep om vrede centraal zou staan.
Voor de meiden vind ik niet direct iets van m’n (hun) gading. Ik besluit dat we daar online maar iets voor moeten vinden. Voor Julia hadden we nog een allersnoezigst Spaans danseressenjurkje liggen. Het liefst had ik voor Leon een toreadorkostuum mee willen nemen. Maar die worden kennelijk niet gemaakt in maatje 98. Het grappige van carnavalskleding is de naamgeving. Let er maar eens op. De meeste pakjes, zeker de goedkoopste, worden gemaakt zonder enige licentie. Een Harry Potterpak heet ‘wizard boy’ en Shrek heet ineens ‘green swamp good guy’. Ineens zie ik hét kostuum hangen. Een PAW Patrol-pakje. Ze hebben er verschillende van en ze zijn ook nog eens gefabriceerd mét licentie. Het kost iets meer, maar daar staat tegenover dat het ook écht lijkt. Ik kies voor Marshall. Dat is het gevlekte brandweerhondje uit de puppy-tekenfilmserie die tegenwoordig redelijk populair is hier in huis. Helemaal happy de hippie trek ik thuis mijn outfit aan om te showen. Compleet met pruik en roze brilletje. Lizzy en Laura zijn laaiend enthousiast. Leon zegt ,,Papa doe niet” en Julia duikt met haar gezicht in een kussen en komt er pas uit als ik de pruik afgedaan heb.
Twee dagen later bezorgt onze vaste DPG-koerier een stapel dozen. De doos van 30 x 40 centimeter met één clownsneus spant de kroon qua overbodige inzet van verpakkingsmateriaal. In de andere dozen een regenboogprinsessenjurk voor Lizzy en een vrolijk clownspakje voor Laura.
En eindelijk is het dat vrijdag. De meiden kijken er al een hele week naar uit. Ze zien er fantastisch uit en Patricia brengt matching schmink aan. Julia danst als een dolle door de kamer in haar wijde dansjurk. Wat ze aan motoriek mist, maakt ze goed met enthousiasme.
Leon ziet me aankomen met zijn PAW Patrol pak en zegt simpelweg: ,,Nee. Ik hoef niet”. ,,Ja, jij hoeft wel”, antwoord ik vastbesloten. Er volgt een lichte worsteling. Het lukt me de pyjama die hij met beiden knuistjes vastklampt, uit te doen. Na een kleine tien minuten hannesen, heeft mijn zoon zijn stikdure Marshallpak aan. Als ik hem zijn bijpassende muts-met-hondenoren opzet kijkt hij me vernietigend aan. Even bij elkaar staan voor de foto: hartstikke leutig. Als ik me omdraai heeft Leon zijn outfit alweer voor driekwart uit. ,,Ik wil niet!” Nou ja. Gelukkig hebben we de foto’s nog. Mocht iemand voor volgend jaar nog op zoek zijn naar een leuk outfitje maat 98? Ik heb er een liggen. Slechts één keer gedragen, nog niet de kans gekregen om vies te worden.
Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs